Výskum: súvisí nízka variabilita srdcovej frekvencie s emocionálnou dysreguláciou?
Lees deze nieuwe onderzoekspublicatie van Cattaneo et al. (2021) die polyvagale theorie en het neuroviscerale integratiemodel bespreekt om beter te begrijpen hoe hartslagvariabiliteit (HRV) zich verhoudt tot emotionele ontregeling,
cognitieve prestaties en psychopathologische aandoeningen.
Autori uvádzajú niekoľko štúdií, ktoré potvrdzujú zistenia doktora Porgesa a ďalších výskumníkov o obojsmernom vzťahu medzi srdcom a mysľou.
De studie onderzoekt de relatie tussen hartslagvariabiliteit (HRV), emotionele dysregulatie, psychopathologische dimensies en prefrontale disfuncties. De studie baseert zich op de Polyvagale Theorie en het Neuroviscerale Integratiemodel
om de complexe interacties tussen het autonome zenuwstelsel, emotionele regulatie, cognitieve functies en psychopathologie te begrijpen.
Kľúčové body:
1. Variabilita srdcovej frekvencie (HRV): HRV is een maat voor de variatie in tijd tussen hartslagen en wordt gezien als een indicator van autonome zenuwstelselactiviteit. Lage HRV wordt geassocieerd met slechtere emotionele
en cognitieve functies en diverse psychopathologische aandoeningen.
2. Polyvagálna teória a model neuroviscerálnej integrácie: Deze theorieën bieden een raamwerk voor het begrijpen van de relatie tussen het autonome zenuwstelsel en gedrag. Ze benadrukken het belang van vagale activiteit
(gemeten via HRV) voor emotionele regulatie en sociale communicatie.
3. Emocionálna regulácia: Hoge HRV is gekoppeld aan betere emotionele regulatie en coping strategieën, terwijl lage HRV geassocieerd wordt met emotionele disregulatie, zichtbaar in gedragingen gekenmerkt door angst
en rigide aandachtsprocessen.
4. Psychopatológia: Nízka HRV sa považuje za možné vysvetlenie viacerých duševných porúch vrátane úzkostných porúch, panickej poruchy, schizofrénie a hraničnej poruchy osobnosti.
5. Neuropsychologické funkcie a prefrontálna kôra: Er bestaat een verband tussen HRV en prefrontale hersenfuncties. Hoge HRV wordt geassocieerd met betere prefrontale prestaties en cognitieve functies, waaronder
aandacht en executieve functies.
6. Dôsledky pre liečbu a výskum: De bevindingen suggereren dat HRV kan dienen als een biomarker voor emotionele en cognitieve dysfuncties en psychopathologie. Dit heeft implicaties voor zowel klinische
praktijken als toekomstig onderzoek.
Otázky na zváženie:
1. Ako môžu intervencie zamerané na zlepšenie HRV prispieť k lepšej regulácii emócií a zníženiu psychopatologických symptómov?
2. Akým spôsobom môžu budúce štúdie ďalej skúmať vzťah medzi HRV a špecifickými psychopatologickými stavmi?
3. Ako možno poznatky o vzťahu medzi HRV a prefrontálnymi funkciami využiť v neuropsychologickej rehabilitácii a terapii?